Een gebruiksvriendelijker Scheepvaartwetboek in aantocht?
De “oude” Zeewet bevatte geen bepalingen omtrent de bronnen van het Belgisch scheepvaartrecht, en voor de scheepvaartrechtelijke zelfregulering (i.e. de gewoonten, gebruiken, algemene voorwaarden en professionele richtlijnen) was er evenmin een juridisch kader voorzien. Nochtans spelen deze rechtsbronnen in de algemene vervoersector een belangrijke rol (denk bijv. aan “De reglementen en gebruiken van de Haven van Antwerpen”; de “FOB-Zeebrugge Resolutie” of “De algemene voorwaarden van toepassing op de behandeling van goederen in de havens van Brugge/Zeebrugge”).
Het nieuw Scheepvaartwetboek brengt hier, in één van de eerste bepalingen, verandering in. Art. 1.1.2.4, § 1 Scheepvaartwetboek bepaalt namelijk:
“De gebruiken en de algemene scheepvaartrechtelijke beginselen zijn bijzondere bronnen van scheepvaartrecht”.
Het nieuw Scheepvaartwetboek erkent met andere woorden de gebruiken als een bron van recht. De vraag die zich aansluitend stelt is, wanneer er dan sprake is van een “gebruik” in de zin van het Scheepvaartwetboek?
Het Scheepvaartwetboek definieert het “gebruik” als een regel die in de betrokken bedrijfstak of op de betrokken plaats algemene of nagenoeg algemene toepassing heeft gevonden. Een regel of gewoonte zal dus pas als gebruik worden erkend nadat hij algemeen in de praktijk is gekomen. Een louter tussen partijen gebruikelijke handelswijze is bijgevolg geen gebruik.
Dat er bepaalde ondernemingen de regel niet zouden volgen, verhindert niet dat het om een gebruik gaat; het volstaat dat de regel algemene of nagenoeg algemene toepassing heeft gevonden. Het gebruik kan trouwens in het bedrijfstak, nationaal, maar ook op regionaal of lokaal vlak ingeburgerd zijn. In de praktijk hebben de havengebruiken bijvoorbeeld meestal een plaatselijk karakter.
De (scheepvaart)gebruiken zullen de overeenkomst tussen partijen aanvullen en bijdragen tot de interpretatie van de overeenkomst. Het gebruik wordt aldus een onderdeel van de overeenkomst, tenzij de partijen ervan afwijken. De gebruiken kunnen bovendien afwijken van de wet, behoudens indien de wet in kwestie van dwingend recht of openbare orde is.